Lees ook eens de column van Jacques Klöters

Abraham de Winter werd op 10 maart om 10 uur, 1841 in Breda geboren.

Hij groeide op in een straatarm Joods gezin dat in de zogeheten ’Antwerpse Barakken’ woonde. (destijds een van de armoedigste krottenwijken van Breda)
Hij was de zoon van Meijer de Winter en Antje de Bok.
Zijn werkend leven begon hij als handelaar in stro die hij verkocht aan plaatselijke papierfabrieken.
Dat bracht hem onder de Brabantse boeren die hij vermaakte met zijn verhalen, grappen en goocheltrucjes.
Bovendien inspireerden de boeren hem als type mensen die konden worden gepersifleerd.
In deze periode was de ’karakter-komiek’ Abraham de Winter een welbekend persoon.

Op 11 oktober 1871, hij was toen 30 jaar, trouwde hij met Catharina Aarden.

Zij kregen samen acht kinderen:
Cornelis Johannes
Anna Maria
Elisabeth
Maria
Catharina
Rozetta B Abraham
Joseph (mijn overgrootvader)
Antoon Johan

Toen de papierfabrieken overgingen op hout als grondstof, begon Abraham de Winter, naast zijn optredens als komiek, een uitdragerij en daarna een kleding en schoenenzaak aan de Nieuwe Haagdijk nr. 20, Breda.

‘s Avonds trad hij als de komiek ’Brammetje’ op in de Bredase café’s.
Zijn echte doorbraak als landelijk artiest kwam in 1884 met een optreden in Den Haag, waar hij als een negentiende eeuwse Wim Kan het kabinet en de landelijke politiek op de hak nam.
Daarna was Abraham de Winter niet meer weg te denken uit de Nederlandse schouwburgen en theaters, die aan het eind van de negentiende eeuw als paddestoelen uit de grond schoten.
Zo trad hij behalve in het Amsterdamse Carré ook op in het Sportpaleis te Antwerpen.
Het standaardtenue van Abraham de Winter was een avondkostuum met hoge hoed, maar hij werd ook bekend door zijn creaties als ’de bibliothecaris’ en ’de collectioneur voor den Algemeene Arme’.

Op 29 januari om 14 uur, 1920 overleed Abraham de Winter in Breda op 78 jarige leeftijd.